Brussel, 24 april 2024
Het Europees Parlement heeft tijdens de plenaire vergadering van 24 april de voorlopige richtlijn richtlijn inzake platformwerkers goedgekeurd.
De International Road Transport Union (IRU), die de taxi's vertegenwoordigt, is verheugd over de goedkeuring van deze richtlijn over platformwerk door het Europees Parlement. Deze cruciale wetgeving reguleert praktijken van de zogenaamde "gig-economy"- in de hele EU en is nu in haar eindfase geraakt om wet te worden met de aanstaande goedkeuring door de Raad.
Er is een langdurig onderhandelingsproces vorafgegaan, met veel tekstherzieningen. De definitieve versie zal niet alle zelfstandigen bij platformwerk automatisch herclassificeren als werknemers.
Een evenwichtige oplossing waarbij rekening gehouden wordt met de nationale eigenheden.
De richtlijn voorziet wel een wettelijk vermoeden van statuut van werknemer voor de platformwerknemers en biedt meer bescherming tegen oneerlijke arbeidspraktijken in de gig-economie.
De criteria voor herclassificatie en de bijbehorende juridische en administratieve procedures zullen op nationaal niveau worden bepaald en wettelijk worden vastgelegd.
Hoewel de richtlijn niet helemaal voldoet aan de wensen van de sector die duidelijke EU-brede criteria vroeg, kan men toch leven met de tekst. Het is van cruciaal belang om criteria te hebben om na te gaan of er een ondergeschikt verband bestaat en een hiërarchische controle van het werk is. Alleen op die manier kan men het statuut van de werker evalueren en rechtszekerheid bieden aan de KMO's en zelfstandigen.
Er zijn met andere woorden vanaf het begin nog aanvullende criteria nodig om een volledige beoordeling mogelijk te maken. We verwachten dat deze verduidelijking op nationaal niveau zal plaatsvinden, aangezien het helaas op EU-niveau is gebeurd.
Bovendien is het voor onze leden die met echte platforms werken belangrijk dat hun partners de wettelijke mogelijkheid behouden om zelfstandige professionals in dienst te nemen, vooral gezien het aanzienlijk tekort aan arbeidskrachten. Doordat de richtlijn de nadruk legt op nationale wetgeving, collectieve arbeidsovereenkomsten en jurisprudentie, kunnen lidstaten hun nationale criteria afstemmen op lokale omstandigheden.
Richtlijn erkent verschillen
De richtlijn erkent de verschillen tussen traditionele taxidiensten en digitale arbeidsplatforms.
Traditionele taxidiensten opereren binnen een sterk gereguleerd kader, waarbij chauffeurs vaak als zelfstandige of wekende vennoot van kleine bedrijven werken.
In tegenstelling tot de groetere ritbemidelingsplatforms, fungeren taxicentrales meestal als tussenpersonen die niet de volledige controle over prijzen of werkprestaties hebben; dat betekent dat ze logischerwijs zijn vrijgesteld van het wettelijke vermoeden van een dienstverband.
De economie van de EU heeft zich in het verleden ontwikkeld tot een mix van traditionele tewerkstelling en zelfstandige arbeid, met respect voor elk hun eigen sociale en fiscale regels. "We gaan dit model niet verwerpen omdat sommige nieuwkomers op de markt zich niet aan de regels houden.... het zijn net deze nieuwkomers die de bestaande regelgevingskaders moeten omarmen", aldus Raluca Marian, verantwoordelijke van IRU voor de EU lobbying.
"Bovendien erkent deze richtlijn het bestaan van traditionele taxicentrales, waardoor deze voor het eerst worden onderscheiden van de gig- economie. En dat is een belangrijk pluspunt."
Volgende stappen
De richtlijn moet nu formeel worden goedgekeurd door de Raad. Zodra de richtlijn is aangenomen, moeten de lidstaten deze binnen de 2 jaar omzetten in nationale wetgeving, wat een belangrijke stap voorwaarts betekent in de regulering van de gig economy in Europa.