GTL-TAXI
Nationale Groepering van Ondernemingen met Taxi- en Locatievoertuigen met chauffeur

De taxameter - algemeenheden

ECONOMIE, KMO, MIDDENSTAND EN ENERGIE

Publicatie : 20-04-2016

15 APRIL 2016. - Koninklijk besluit betreffende meetinstrumenten

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Onderwerp

Artikel 1. Dit besluit heeft als doel de richtlijn 2014/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van meetinstrumenten en de gedelegeerde richtlijn (EU) 2015/13 van de Commissie van 31 oktober 2014 tot wijziging van bijlage III bij Richtlijn 2014/32/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het debietsbereik van watermeters om te zetten.

Dit besluit stelt, wat de in artikel 3, tweede lid, genoemde taken betreft, de eisen vast waaraan de in artikel 3, eerste lid, bedoelde apparaten en systemen moeten voldoen voordat zij in de handel worden gebracht en/of in gebruik worden genomen.

Definities

Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

1° "meetinstrument" : een apparaat of systeem met een meetfunctie dat valt onder artikel 3;

2° "onderdeel" : een apparaat, als zodanig vermeld in de instrumentspecifieke bijlagen, dat onafhankelijk functioneert en samen met andere compatibele onderdelen, of een compatibel meetinstrument een meetinstrument vormt;

3° "wettelijke metrologische controle" : de controle op de meettaken die bedoeld zijn voor het gebruiksgebied van een meetinstrument uit overwegingen van openbaar belang, volksgezondheid, openbare veiligheid, openbare orde, milieubescherming, heffing van belastingen en andere heffingen, consumentenbescherming en eerlijke handel;

4° "normatief document" : een document met technische specificaties dat door de Internationale Organisatie voor Wettelijke Metrologie is vastgesteld;

5° "Unie" : lidstaten van de Europese Unie, Turkije en de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie die partij zijn bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;

6° "op de markt aanbieden" : het in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken van een meetinstrument met het oog op distributie of gebruik op de markt van de Unie;

7° "in de handel brengen" : het voor het eerst in de Unie op de markt aanbieden van een meetinstrument;

8° "ingebruikneming" : het eerste gebruik van een voor een eindgebruiker bestemd meetinstrument voor het doel waarvoor het was bestemd;

9° "fabrikant" : een natuurlijke of rechtspersoon die een meetinstrument vervaardigt of laat ontwerpen of vervaardigen, en het onder zijn naam of merknaam verhandelt of het voor eigen doeleinden in gebruik neemt;

10° "gemachtigde" : een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die schriftelijk door een fabrikant is gemachtigd om namens hem specifieke taken te vervullen;

11° "importeur" : een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die een meetinstrument uit een derde land in de Unie in de handel brengt;

12° "distributeur" : een natuurlijke of rechtspersoon in de toeleveringsketen, verschillend van de fabrikant of de importeur, die een meetinstrument op de markt aanbiedt;

13° "marktdeelnemers" : de fabrikant, de gemachtigde, de importeur en de distributeur;

14° "technische specificatie" : een document dat de technische eisen voorschrijft waaraan een meetinstrument moet voldoen;

15° "geharmoniseerde norm" : een geharmoniseerde norm zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad;

16° "accreditatie" : accreditatie zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 10, van Verordening (EG) nr. 765/2008;

17° "conformiteitsbeoordelingsinstantie" : een instantie die conformiteitsbeoordelingsactiviteiten verricht, zoals onder meer ijken, testen, certificeren en inspecteren;

18° "nationale accreditatie-instantie" : nationale accreditatie-instantie zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 11, van Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten; de Belgische accreditatie-instantie is de accreditatie-instantie BELAC;

19° "conformiteitsbeoordeling" : het proces waarin wordt aangetoond of voldaan is aan de essentiële eisen van dit besluit voor een meetinstrument;

20° "terugroepen" : maatregel waarmee wordt beoogd een meetinstrument te doen terugkeren dat al aan de eindgebruiker ter beschikking is gesteld;

21° "uit de handel nemen" : maatregel waarmee wordt beoogd te voorkomen dat een meetinstrument dat zich in de toeleveringsketen bevindt, op de markt wordt aangeboden;

22° "harmonisatiewetgeving van de Europese Unie" : alle wetgeving van de Europese Unie die de voorwaarden voor het verhandelen van producten harmoniseert;

23° "CE-markering" : een markering waarmee de fabrikant aangeeft dat het meetinstrument in overeenstemming is met alle toepasselijke eisen van de harmonisatiewetgeving van de Europese Unie die in het aanbrengen ervan voorziet;

24° "lidstaat" : lidstaat van de Europese Unie of Turkije of een lidstaat van de Europese Vrijhandelsassociatie die partij is bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;

25° "Verordening (EG) nr. 765/2008" : Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten;

26° "de Metrologische Dienst" : de Metrologische Dienst van de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie;

27° "markttoezichtautoriteit" : de autoriteit of autoriteiten van een lidstaat verantwoordelijk voor het uitvoeren van markttoezicht op het eigen grondgebied; de Belgische markttoezichtautoriteiten zijn de Metrologische Dienst en deze vermeld in het ministerieel besluit van 25 april 2014 tot aanstelling van de ambtenaren die belast zijn met de opsporing en vaststelling van de inbreuken bepaald in artikel XV.2 van het Wetboek van economisch recht.

Toepassingsgebied

Art. 3. Dit besluit is van toepassing op de meetinstrumenten die zijn omschreven in de instrumentspecifieke bijlagen III tot en met XII (hierna "instrumentspecifieke bijlagen" genoemd) betreffende watermeters (MI-001), gasmeters en volumeherleidingsinstrumenten (MI-002), kilowattuurmeters (MI-003), thermische-energiemeters (MI-004), meetinstallaties voor de continue en dynamische meting van hoeveelheden andere vloeistoffen dan water (MI-005), automatische weeginstrumenten (MI- 006), taximeters (MI-007), stoffelijke maten (MI-008), dimensionale meetinstrumenten (MI-009), en uitlaatgasanalysatoren (MI-010).

Dit besluit is van toepassing op de in het eerste lid bedoelde meetinstrumenten voor het uitvoeren van meettaken uit overwegingen van openbaar belang, volksgezondheid, openbare veiligheid, openbare orde, milieubescherming, consumentenbescherming, heffing van belastingen en andere heffingen, en eerlijke handel.

(…)

Art. 36. § 1. De meetinstrumenten die in overeenstemming zijn met richtlijn 2004/22/EG en die vóór 20 april 2016 in de handel zijn gebracht, mogen op de markt worden aangeboden en/of in gebruik worden genomen.

De uit hoofde van koninklijk besluit van 13 juni 2006 betreffende meetinstrumenten verstrekte certificaten zijn uit hoofde van dit besluit geldig.

§ 2. Artikel 22, § 2, van koninklijk besluit van 13 juni 2006 betreffende meetinstrumenten blijft tot en met 30 oktober 2016 van kracht.

(…)

(Opheffing van het koninklijk besluit van 13 juni 2006 betreffende meetinstrumenten:)

Art. 37. Onverminderd artikel 36 wordt het koninklijk besluit van 13 juni 2006 betreffende meetinstrumenten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 juni 2006 en 22 juni 2010, met ingang van 20 april 2016 opgeheven.

(…)

Art. N9. Bijlage 9. - TAXIMETERS (MI-007)

De relevante essentiële eisen van bijlage I, de specifieke voorschriften van deze bijlage en de conformiteitsbeoordelingsprocedures van deze bijlage zijn van toepassing op taximeters.

DEFINITIES

Taximeter

Een inrichting die samen met een signaalgenerator werkt om een meetinstrument te vormen.

Deze inrichting meet de tijdsduur, en berekent de afstand op basis van een signaal dat gegeven wordt door de afstandssignaalgenerator. Daarnaast wordt het te betalen ritbedrag voor een rit berekend en getoond op basis van de berekende afstand en/of de gemeten tijdsduur van de rit.

De afstandssignaalgenerator valt niet onder het toepassingsgebied van dit besluit.

Ritbedrag

Het totale geldbedrag voor een rit op basis van een eerste aanslag en/of de lengte en/of de duur van de rit. In het ritbedrag is geen toeslag voor extra diensten begrepen.

Omschakelsnelheid

De snelheidswaarde verkregen door de deling van een tijdtarief door een afstandtarief.

Normale berekeningswijze S (enkelvoudige toepassing van tarief)

Berekening van het ritbedrag gebaseerd op toepassing van tijdtarief onder de omschakelsnelheid en toepassing van afstandtarief boven de omschakelsnelheid.

Normale berekeningswijze D (dubbelvoudige toepassing van tarief)

Berekening van het ritbedrag gebaseerd op de gelijktijdige toepassing van tijdtarief en afstandtarief over de hele rit.

Functiestand

De verschillende standen waarin een taximeter de verschillende onderdelen van zijn functioneren vervult. De functiestanden worden onderscheiden door de volgende aanduidingen :

"Vrij" : De functiestand waarin de ritbedragberekening is afgezet;

"Tarief" : De functiestand waarin de ritbedragberekening plaatsvindt op basis van een eventuele eerste aanslag en een tarief voor afgelegde afstand en/of tijdsduur van de rit;

"Einde" : De functiestand waarbij het voor de rit verschuldigde ritbedrag wordt getoond en ten minste de op tijd gebaseerde ritbedragberekening is afgezet.

ONTWERPEISEN

1. Een taximeter dient ontworpen te zijn om de afstand en de tijdsduur van de rit te berekenen.

2. De taximeter dient ontworpen te zijn om het ritbedrag, toenemend in stappen gelijk aan 10 cent, te berekenen en te tonen, in de functiestand "Tarief", en om de eindwaarde voor de rit in de functiestand "Einde" te tonen.

3. Een taximeter dient de normale berekeningsmogelijkheden S en D toe te kunnen passen. Het dient mogelijk te zijn te kiezen tussen deze berekeningswijzen door middel van een beveiligde instelling.

4. Een taximeter dient de volgende gegevens te kunnen verstrekken via (een) geschikte beveiligde interface(s) :

- functiestand : "Vrij", "Tarief" of "Einde";

- totalisatordata bedoeld in punt 15.1;

- algemene informatie : constante van de afstandssignaalgenerator, beveiligingsdatum, identificatie van de taxi, werkelijke tijd, identificatie van het tarief;

- ritbedrag informatie voor een rit : totaalbedrag, ritbedrag, berekening van het ritbedrag, toeslag, datum, vertrektijd, aankomsttijd, afgelegde afstand;

- tariefinformatie; parameters van de tarieven.

Wanneer één of meerdere inrichtingen aan de interface(s) van een taximeter worden gekoppeld, wordt de werking van de taximeter door een beveiligde instelling automatisch verhinderd om redenen van het niet aanwezig zijn of niet goed functioneren van de inrichting.

5. Indien relevant, dient het mogelijk te zijn een taximeter te justeren voor de constante van de afstandssignaalgenerator waaraan hij gekoppeld zal worden en de justering te beveiligen.

NOMINALE BEDRIJFSOMSTANDIGHEDEN

6.1. De van toepassing zijnde mechanische omgevingsklasse is M3.

6.2. De fabrikant dient de nominale bedrijfsomstandigheden voor het instrument te specificeren, met name :

- een minimum temperatuurbereik van 80 ° C voor de klimaatomgeving;

- de grenswaarden van de gelijkspanningsvoeding waarvoor het instrument is ontworpen.

Maximaal toelaatbare fouten (MTF)

7. De MTF, met uitzondering van fouten ten gevolge van de toepassing van de taximeter in een taxi, bedraagt :

voor de verstreken tijd : + 0,1 % minimumwaarde van de MPE : 0,2 s;

- voor de afgelegde weg : + 0,2 % minimumwaarde van de MPE : 4 m;

- voor de berekening van het ritbedrag : + 0,1 % minimum, met inbegrip van de afronding : overeenkomstig met het minst significante cijfer van de prijsaanwijzing.

TOELAATBAAR EFFECT VAN VERSTORINGEN

8. Elektromagnetische ongevoeligheid

8.1. De van toepassing zijnde elektromagnetische klasse is E3.

8.2. De MTF, vermeld in punt 7, geldt ook tijdens de aanwezigheid van een elektromagnetische verstoring.

UITVAL VAN DE VOEDING

9. In het geval van een reductie van de voedingsspanning tot een waarde beneden de, door de fabrikant gespecificeerde, laagste grenswaarde, dient de taximeter :

- correct te blijven functioneren, of zijn correct functioneren te hervatten zonder verlies van de data die voor de spanningsdaling aanwezig waren, indien de spanningsdaling tijdelijk is, dat wil zeggen ten gevolge van het opnieuw starten van de motor;

- een bestaande meting af te breken en naar de stand "Vrij" terug te keren indien de spanningsdaling gedurende een langere periode optreedt.

OVERIGE EISEN

10. De voorwaarden voor de compatibiliteit tussen de taximeter en de afstandssignaalgenerator dienen door de fabrikant van de taximeter te worden gespecificeerd.

11. Indien voor een extra dienst een toeslag in rekening wordt gebracht, door de chauffeur handmatig ingevoerd, dient dit van het getoonde ritbedrag te zijn uitgesloten. Echter, in dat geval mag de taximeter tijdelijk de waarde van het ritbedrag inclusief de toeslag weergeven.

12. Indien het ritbedrag wordt berekend volgens berekeningswijze D mag de taximeter een extra afleesstand hebben waarin alleen de totale afstand en tijdsduur van de rit in werkelijke tijd wordt getoond.

13. Alle voor de passagiers getoonde waarden dienen duidelijk geïdentificeerd te zijn. Deze waarden en hun identificatie dienen dag en nacht duidelijk leesbaar te zijn.

14.1. Indien het te betalen ritbedrag of de tegen frauduleus gebruik te nemen maatregelen door keuze van functionaliteit uit een voorgeprogrammeerde instelling of door middel van vrije data instelling kunnen worden beïnvloed, dient het mogelijk te zijn de instellingen van het instrument en de ingevoerde gegevens te beveiligen.

14.2. De beveiligingsmogelijkheden in de taximeter dienen zodanig te zijn dat afzonderlijke beveiliging van de instellingen mogelijk is.

14.3. De bepalingen in punt 8.3. van bijlage I zijn tevens van toepassing op de tarieven.

15.1. Een taximeter dient te zijn uitgerust met een niet-terugstelbare totalisator voor alle volgende waarden :

- de totale door de taxi afgelegde afstand;

- de totale in functiestand "Tarief" afgelegde afstand;

- het totale aantal betaalde ritten;

- het totale geldbedrag dat als toeslag in rekening is gebracht;

- het totale geldbedrag dat als ritbedrag in rekening is gebracht.

De getotaliseerde waarden dienen de waarden te omvatten die bij een uitval van de voeding overeenkomstig punt 9 zijn bewaard.

15.2. Indien de taximeter wordt losgekoppeld van de voeding, dienen de getotaliseerde waarden voor een periode van een jaar opgeslagen te kunnen blijven, met als doel de overbrenging van de waarden van de taximeter naar een ander medium.

15.3. Er dienen adequate maatregelen te worden genomen om te verhinderen dat de weergave van getotaliseerde waarden gebruikt wordt om passagiers te misleiden.

16. Een automatische omschakeling van tarief is toegestaan op grond van :

- de afstand van de rit;

- de tijdsduur van de rit;

- het tijdstip van de dag;

- de datum;

- de dag van de week.

17. Indien eigenschappen van de taxi van belang zijn voor de juistheid van de taximeter, dient de taximeter voorzieningen te bevatten om de verbinding van de taximeter met de taxi waarin deze is geïnstalleerd te beveiligen.

18. Om de taximeter na installatie te kunnen testen, dient de taximeter uitgerust te zijn met de mogelijkheid de nauwkeurigheid van de tijds- en afstandsmeting en de nauwkeurigheid van de berekening afzonderlijk te testen.

19. Een taximeter en de door de fabrikant gespecificeerde installatievoorschriften dienen zodanig te zijn dat, indien de taximeter is geïnstalleerd overeenkomstig de voorschriften van de fabrikant, frauduleuze wijzigingen van het meetsignaal die de afgelegde weg representeert in voldoende mate zijn uitgesloten.

20. Aan de algemene essentiële eis over frauduleus gebruik, dient op zodanige wijze te worden voldaan dat de belangen van de klant, de chauffeur, de werkgever van de chauffeur en de fiscale instanties worden beschermd.

21. Een taximeter dient op zodanige wijze te worden ontworpen dat het zonder justering aan de maximaal toelaatbare fouten kan voldoen gedurende een periode van één jaar van normaal gebruik.

22. De taximeter dient te worden uitgerust met een real-time klok die het tijdstip van de dag en de datum bijhoudt, waarvan één of beide gebruikt kan worden voor automatische omschakeling van tarief. De eisen voor de real-time klok zijn :

- de tijdsmeting dient een nauwkeurigheid te hebben van 0,02 %,

- de correctiemogelijkheid van de klok dient niet meer dan 2 minuten per week te zijn. Correctie voor zomer- en wintertijd dient automatisch te worden uitgevoerd,

- correctie tijdens een rit, automatisch dan wel handmatig, dient te worden verhinderd.

23. De waarden van de afgelegde weg en de verstreken tijd indien overeenkomstig dit besluit getoond of afgedrukt, dienen de volgende eenheden te gebruiken :

Afgelegde afstand :

- kilometers;

- mijlen, in de lidstaten waar artikel 1, punt b), van Richtlijn 80/181/EG van toepassing is.

Verstreken tijd :

- seconden, minuten of uren, al naar gelang geschiktheid, rekening houdend met de noodzakelijke resolutie en de behoefte om misverstanden te voorkomen.

CONFORMITEITSBEOORDELING

De in artikel 15 van het besluit bedoelde conformiteitsbeoordelingsprocedures waaruit de fabrikant kan kiezen, zijn de volgende :

B + F of B + D of H1.

Top