Publicatie : 2007-11-20
MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST
18 OKTOBER 2007. - Decreet betreffende de taxidiensten en de diensten van verhuur van wagens met chauffeur (1)
Gecoödineerde tekst tot 24 november 2011.
Het Waalse Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen
Artikel 1. Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder :
1° taxidiensten : de diensten die met chauffeur zorgen voor het bezoldigde vervoer van personen in auto's en die aan alle volgende voorwaarden voldoen :
- het voertuig van het type wagen, auto voor dubbel gebruik of minibus in de zin van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, is, naar constructie en uitrusting, geschikt voor het vervoer van ten hoogste negen personen - de chauffeur inbegrepen - en is daartoe bestemd;
- het voertuig wordt ter beschikking van het publiek gesteld, hetzij op een bepaalde standplaats op de openbare weg in de zin van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, hetzij op eender welke andere plaats die niet voor het openbaar verkeer is opengesteld;
- het voertuig en niet elk van de plaatsen ervan wordt ter beschikking gesteld;
- de bestemming wordt door de cliënt bepaald;
2° diensten voor de verhuur van wagens met chauffeur : de diensten voor het bezoldigd vervoer van personen in auto's die noch taxidiensten noch collectieve taxidiensten zijn en die verzorgd worden door voertuigen die, naar constructie en uitrusting, geschikt zijn voor het vervoer van ten hoogste negen personen - de chauffeur inbegrepen - en die daartoe bestemd zijn en aan één van de volgende voorwaarden voldoen :
- de wagen wordt ter beschikking van het publiek gesteld ofwel met het oog op een ceremonie, ofwel met het oog op een minimum drie uur durende verplaatsing;
- de wagen wordt voorbehouden voor het vervoer van klanten van een welbepaald hotel;
- de wagen wordt ter beschikking gesteld van een welbepaalde persoon bij een contract dat betrekking heeft op een geheel van prestaties die verricht moeten worden tijdens een periode van minstens zeven opeenvolgende dagen;
3° collectieve taxidiensten : de diensten die met chauffeur zorgen voor het bezoldigde vervoer van personen in autovoertuigen en die aan volgende voorwaarden voldoen :
- het voertuig van het type wagen, auto voor dubbel gebruik of minibus in de zin van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, is naar bouwtype en uitrusting geschikt voor het vervoer van ten hoogste negen personen - chauffeur inbegrepen - en is daartoe bestemd;
- het voertuig en niet elk van de plaatsen ervan wordt ter beschikking gesteld;
- de bestemming wordt door de cliënt bepaald;
4° vervoersdiensten van algemeen belang : de diensten die met chauffeur zorgen voor het bezoldigde vervoer van personen in autovoertuigen, die verricht worden door organismen, erkend door de Regering volgens de door haar bepaalde nadere regels, en die aan volgende voorwaarden voldoen :
- het voertuig van het type wagen, auto voor dubbel gebruik of minibus in de zin van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, is naar bouwtype en uitrusting geschikt voor het vervoer van ten hoogste negen personen - chauffeur inbegrepen - en is daartoe bestemd;
- het voertuig en niet elk van de plaatsen ervan wordt ter beschikking gesteld;
- de bestemming wordt door de cliënt bepaald;
- de prijs van de dienst is hoogstens gelijk aan de kilometervergoeding die de ambtenaren van het Waalse Gewest krijgen voor hun reiskosten of is gelijk aan een forfait dat niet meer mag bedragen dan het tarief geldend voor vervoer door taxidiensten;
5° Regering : de Regering van het Waalse Gewest;
6° raad : de gemeenteraad van de gemeente waar de uitbater zijn taxidienst uitbaat of voornemens is uit te baten;
7° college : het gemeentecollege van de gemeente waar de uitbater zijn taxidienst uitbaat of voornemens is uit te baten.
Art. 2. Dit decreet is niet van toepassing op het medisch-sanitair vervoer zoals geregeld bij het decreet van de Waalse Gewestraad van 29 april 2004 betreffende het medisch-sanitair vervoer.
HOOFDSTUK II. - Bepalingen betreffende de taxidiensten
Afdeling 1. - Vergunning
Art. 3. Niemand mag zonder voorafgaandelijke vergunning van het college een taxidienst uitbaten met één of meer voertuigen vanop de openbare weg of elke andere plaats die niet openstaat voor openbaar verkeer, gelegen op het grondgebied van het Waalse Gewest.
Art. 4. De voorwaarden voor de uitbating van een taxidienst worden vastgelegd door de raad, binnen de perken bepaald door de Regering.
Onder de voorwaarden bepaald door de raad wordt de vergunning voor het uitbaten van een taxidienst door het college verstrekt.
De raad legt het geldend tarief vast binnen de perken bepaald door de Regering. Als de uitbatingsvoorwaarden niet een welbepaald tarief opleggen, legt het college het tarief op op voorstel van de uitbater.
Het college kan slechts één enkele vergunning per uitbater verstrekken. De vergunning vermeldt het aantal voertuigen waarvoor ze is verstrekt en of gebruik mag worden gemaakt van plaatsen op de openbare weg.
Art. 5. De uitbatingsvergunningen worden verstrekt in functie van het openbaar nut van de dienst, binnen de perken bepaald door de Regering.
Art. 6. De vergunning wordt verstrekt op grond van een onderzoek door het college naar de morele waarborgen, de beroepskwalificatie en de solvabiliteit van de verzoeker.
De Regering kan de voorwaarden inzake moraliteit, beroepskwalificatie en solvabiliteit vereist van de uitbaters krachtens lid 1, evenals de voorwaarden inzake moraliteit en beroepskwalificatie vereist van de chauffeurs bepalen.
Indien de vergunning verstrekt wordt aan een rechtspersoon, moeten de voorwaarden opgelegd aan de natuurlijke personen om houder te zijn van de vergunning verenigd zijn tijdens de gehele duur van de uitbating door het met het dagelijks bestuur belaste statutair orgaan van die rechtspersoon.
Art. 7. De uitbatingsvergunningen worden ter goedkeuring aan de Regering voorgelegd.
Als de Regering zich niet uitgesproken heeft binnen zestig dagen na ontvangst van de aanvraag, kan de vergunning door het college afgeleverd worden.
Art. 8. § 1. De duur van de uitbatingsvergunning voor een taxidienst bedraagt vijf jaar. Ze kan verlengd worden voor termijnen van dezelfde duur.
Ze kan toegekend of verlengd worden voor een termijn van minder dan vijf jaar als bijzondere omstandigheden, opgenomen in de vergunnings- of verlengingsakte, die afwijking verantwoorden.
§ 2. De verlenging van de vergunning wordt geweigerd in volgende gevallen :
1° als de uitbater de bepalingen van dit decreet, de besluiten genomen ter uitvoering ervan of de uitbatingsvoorwaarden niet in acht genomen heeft;
2° als de uitbater niet meer voldoet aan de voorwaarden inzake moraliteit, beroepskwalificatie of solvabiliteit;
3° als de uitbater de wetgeving geldend in het kader van zijn beroepsactiviteit niet in acht neemt;
4° als de uitbater het gemeentelijk reglement op de taxidiensten niet in acht neemt.
§ 3. Binnen de perken vastgelegd door de Regering legt de raad de procedure vast voor de indiening en de behandeling van de verlengingsaanvragen en de vorm van de vergunningen en de inhoud ervan.
§ 4. De verlenging van de vergunning wordt ter goedkeuring aan de Regering voorgelegd.
Als de Regering zich niet uitgesproken heeft binnen zestig dagen na ontvangst van de aanvraag, kan de verlenging door het college afgeleverd worden.
Art. 9. § 1. De vergunning kan slechts afgeleverd worden aan een natuurlijke- of rechtspersoon die eigenaar is van het of van de voertuigen of die erover beschikt bij een contract van verkoop op afbetaling, een financieringshuurcontract of een huurkoopcontract.
§ 2. In afwijking van § 1 kan het college de houder van een vergunning wiens voertuig tijdelijk onbeschikbaar is wegens een ongeval, ernstige mechanische pech, brand of diefstal, toelaten om zijn dienst waar te nemen met een vervangingsvoertuig waarvan hij niet eigenaar is of waarover hij niet beschikt bij een contract van verkoop op afbetaling, een financieringshuurcontract of een huurkoopcontract.
Die toelating geldt slechts voor een maximumperiode van drie maanden en kan niet verlengd worden.
Binnen de perken vastgelegd door de Regering legt de raad de procedure vast voor de indiening en de behandeling van de vergunningsaanvraag, de vorm en de verplichte inhoud ervan, alsmede de vereisten waaraan de vervangingsvoertuigen moeten voldoen.
Art. 10. De uitbaters van een taxidienst kunnen ertoe gemachtigd worden om voor de uitbating van hun dienst te beschikken over reservevoertuigen waarvan zij eigenaar zijn of waarover zij beschikken bij een contract van verkoop op afbetaling, een financieringshuurcontract of een huurkoopcontract.
De reservevoertuigen moeten minstens uitgerust zijn om een taxidienst te verzorgen.
Die voertuigen mogen niet in huur worden gegeven in de zin van artikel 11.
De uitbatingsvergunning vermeldt in voorkomend geval het aantal reservevoertuigen dat de uitbater mag bezitten.
Art. 11. De verhuring, onder eender welke vorm, van het of van de voertuigen aan enigerlei persoon die het of de voertuigen zelf bestuurt of laat besturen is verboden.
Art. 12. Tegen de beslissing tot weigering, of bij gebrek aan beslissing binnen drie maanden na de indiening van de aanvraag kan bij de Regering beroep ingesteld worden.
Naargelang het geval moet dit beroep bij de middelen bepaald door de Regering worden ingediend binnen vijftien dagen na de kennisgeving van de beslissing tot weigering of binnen vijftien dagen na de datum waarop de termijn van drie maanden verstrijkt die op de indiening van de aanvraag volgt.
De Regering doet uitspraak binnen drie maanden na het ontvangen van het beroepschrift.
Art. 13. § 1. De vergunning is persoonlijk en onoverdraagbaar.
§ 2. Met de voorafgaandelijke toestemming van het college en goedkeuring van de Regering zoals bepaald in artikel 7 van dit decreet evenwel :
1° mag de echtgenoot (of echtgenote), de wettelijk samenwonende of mogen bloed- of aanverwanten tot de tweede graad bij overlijden of bij blijvende werkonbekwaamheid van de vergunninghouder, onder dezelfde voorwaarden de uitbating van de dienst voortzetten tot het einde van de in de vergunning gestelde termijn;
2° mag een rechtspersoon de uitbating voortzetten van een natuurlijke persoon die vergunninghouder is enkel als laatstgenoemde een inbreng verricht in die door haar opgerichte rechtspersoon en zolang zij er gedurende minstens drie jaar zowel de meerderheidsvennoot als het met het dagelijks bestuur belaste statutair orgaan van is.
§ 3. In afwijking van § 1 kan de houder van een vergunning die een taxidienst uitgebaat heeft zonder onderbreking tijdens minstens de tien jaren die voorafgaan aan de aanvraag en die ophoudt een taxidienst uit te baten, onder volgende voorwaarden en mits toestemming van het college zijn uitbatingsvergunning geheel afstaan :
1° de aanvrager moet al zijn verplichtingen vervuld hebben tijdens minstens tien jaar;
2° de kandidaat overnemer moet alle voorwaarden vervullen, bepaald bij dit decreet om een vergunning te krijgen voor de uitbating van een taxidienst.
De uitbatingsvergunning kan gesplitst worden bij die afstand.
Degene die opgehouden heeft een taxidienst uit te baten en die zijn vergunning aan een derde heeft afgestaan kan geen uitbatingsvergunning meer indienen bij dezelfde gemeente tijdens de tien jaren volgend op de afstand.
§ 4. Tegen de beslissing tot weigering of het gebrek aan beslissing binnen vijf maanden na indiening van de aanvraag kan een beroep worden ingediend bij de Regering.
Naargelang het geval moet dit beroep bij de middelen bepaald door de Regering worden ingediend binnen de vijftien dagen na de kennisgeving van de beslissing tot weigering of binnen vijftien dagen na de datum waarop de termijn van drie maanden verstrijkt die op de indiening van de aanvraag volgt.
De Regering doet uitspraak binnen drie maanden na het ontvangen van het beroepschrift.
Art. 14. Als de uitbater het aantal gebruikte voertuigen wil verhogen of verminderen tijdens de geldigheidsperiode van zijn vergunning kan het college op diens aanvraag en voor de nog overblijvende termijn tot aan het verstrijken van zijn vergunning het aantal voertuigen, opgenomen in de vergunningsakte, wijzigen.
De beslissing wordt vastgelegd volgens de procedure en de voorwaarden geldend voor de vergunningsaanvraag.
Art. 15. § 1. Bij beslissing van het college kan de vergunning bepaald in artikel 3 ingetrokken of opgeschort worden voor een bepaalde periode wegens één van de motieven verwoord in artikel 8, § 2.
§ 2. Tegen de beslissing tot intrekking of opschorting kan een beroep worden ingediend bij de Regering.
Het beroep moet worden ingediend binnen de acht dagen na kennisgeving van de beslissing, bij de middelen bepaald door de Regering.
De Regering doet uitspraak binnen drie maanden na het ontvangen van het beroepschrift.
Art. 16. De op grond van artikel 3 afgeleverde vergunningen mogen aanleiding geven tot het innen van een jaarlijkse ondeelbare belasting ten laste van de natuurlijke of rechtspersoon die de vergunning gekregen heeft.
Die belasting wordt geïnd door de gemeente, binnen de perken en onder de voorwaarden bepaald door de Regering. Ze mag niet meer bedragen dan 600 euro per voertuig. De belasting bedoeld in dit artikel is verschuldigd voor het hele jaar, los van het ogenblik waarop de vergunning is afgeleverd. Ze is verschuldigd op 1 januari van het kalenderjaar of op het ogenblik van de afgifte van de vergunning.
De vermindering van het aantal voertuigen geeft niet aanleiding tot een teruggave van de belasting. Dat geldt eveneens voor de opschorting of de intrekking van een vergunning of voor het buiten werking stellen van één of meerdere voertuigen om welke reden ook.
Het indienen van een klacht heft de invorderbaarheid van de belasting niet op.
Bovenbedoeld maximumbedrag kan door de Waalse Regering aangepast worden aan de schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen.
Afdeling 2. - Het stationeren
Art. 17. Elke uitbater die van het college de toelating krijgt om een taxidienst uit te baten, krijgt de toelating om zijn voertuigen waarvoor de vergunning is afgeleverd overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 te stationeren op eender welke standplaats op de openbare weg die voorbehouden wordt voor de taxi 's en vrij is of op eender welke standplaats die niet op de openbare weg gelegen is maar waarvan hij eigenaar is of het genot heeft.
Het aantal voertuigen dat aanwezig is op een bepaalde standplaats op de openbare weg mag in geen geval het aantal voorziene standplaatsen overschrijden.
HOOFDSTUK III. - Bepalingen betreffende de diensten voor de verhuur van wagens met chauffeur
Afdeling 1. - Vergunning
Art. 18. Niemand mag zonder voorafgaandelijke toelating van de Regering een dienst van verhuur van wagens met chauffeur met één of meerdere voertuigen uitbaten op het grondgebied van het Waalse Gewest.
De Regering bepaalt de voorwaarden waaronder een vergunning, afgeleverd door een ander Gewest, op het grondgebied van het Waalse Gewest geldig is.
Art. 19. § 1. De voorwaarden voor de uitbating van diensten van verhuur van wagens met chauffeur worden door de Regering bepaald. Daarin wordt minstens de toepassing van volgende voorwaarden vastgelegd :
1° de uitbater moet zijn burgerlijke aansprakelijkheid dekken tegen de schade veroorzaakt aan de vervoerde personen of aan derden bij het uitoefenen van zijn dienst, door een contract aan te gaan bij een verzekeringsmaatschappij met inachtneming van de bepalingen van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
2° het voertuig dat voor de uitbating van de dienst gebruikt wordt moet de passagiers het comfort en de kwaliteit bieden dat het kliënteel mag verwachten.
Die criteria kunnen door de Regering nader bepaald worden;
3° elke wagenverhuur wordt opgenomen in een register dat gehouden wordt op de bedrijfszetel en waarin de datum en het uur van de bestelling, evenals het exacte voorwerp van het huurcontract en de gebruikte tarieven worden opgenomen.
Dat register mag gehouden worden in een elektronisch bestand;
4° het voertuig mag enkel ten dienste van een welbepaalde natuurlijke of rechtspersoon gesteld worden bij een schriftelijke overeenkomst die conform is het door de Regering bepaalde model, waarvan één exemplaar zich op de bedrijfszetel bevindt en een afschrift aan boord van het voertuig indien de ondertekening van het contract voorafgaat aan het vervoer van de passagiers en waarvan het origineel zich aan boord van het voertuig bevindt in de andere gevallen;
5° het voertuig moet een dagelijks ritblad aan boord hebben waarop alle gegevens opgenomen worden in verband met de verplaatsingen van het voertuig;
6° het voertuig mag niet op de openbare weg of op een voor het publiek toegankelijke privé-weg stationeren of rijden als het niet voorafgaandelijk verhuurd is op de bedrijfszetel;
7° het huurcontract slaat enkel op het voertuig en niet op de zitplaatsen in het voertuig;
8° het voertuig moet uitgerust zijn met een kenteken aangebracht vooraan en achteraan;
9° het mag geen enkel teken bevatten, noch aan de binnenkant noch aan de buitenkant, dat een kenteken is van of verwijst naar voertuigen die uitgebaat worden in een taxidienst zoals lichtseinen, vermeldingen of mobiele radiotelefonie;
10° het voertuig moet aan een periodieke controle onderworpen worden zodat kan worden nagegaan of hij alle uitbatingsvoorwaarden verder vervult.
§ 2. De vergunning voor de uitbating van een dienst van verhuur van wagens met chauffeur worden door de Regering bepaald.
Zij stelt de procedure vast voor de indiening en de behandeling van de vergunningsaanvragen en de daarbij te voegen bijlagen en stelt de vorm vast van de vergunningen en van de inhoud ervan.
Het college kan slechts één enkele vergunning per uitbater verstrekken. De vergunning vermeldt en bepaalt het aantal wagens waarvoor zij is afgeleverd.
Art. 20. De vergunning voor de uitbating van een dienst van verhuur van wagens met chauffeur wordt toegekend aan elke natuurlijke of rechtspersoon die een daartoe strekkende aanvraag indient, onder de voorwaarden bepaald in artikel 21.
Art. 21. De vergunning wordt verstrekt op grond van een onderzoek naar de morele waarborgen, de beroepskwalificatie en de solvabiliteit van de verzoeker.
De Regering kan de voorwaarden inzake moraliteit, beroepskwalificatie en solvabiliteit vereist van de uitbaters krachtens lid 1, evenals de voorwaarden inzake moraliteit en beroepskwalificatie vereist van de chauffeurs bepalen.
Indien de uitbatingsvergunning verstrekt wordt aan een rechtspersoon, moeten de voorwaarden opgelegd aan de natuurlijke personen om houder te zijn van de vergunning verenigd zijn tijdens de gehele duur van de uitbating door het met het dagelijks bestuur belaste statutair orgaan van die rechtspersoon.
Art. 22. § 1. De duur van de vergunning voor de uitbating van een dienst van verhuur van wagens met chauffeur bedraagt vijf jaar. Ze kan verlengd worden voor termijnen van dezelfde duur.
Ze kan toegekend of verlengd worden voor een termijn van minder dan vijf jaar als bijzondere omstandigheden, opgenomen in de vergunnings- of verlengingsakte, die afwijking verantwoorden.
§ 2. De verlenging kan geweigerd worden in volgende gevallen :
1° als de uitbater de bepalingen van dit decreet, de besluiten genomen ter uitvoering ervan of de uitbatingsvoorwaarden niet in acht genomen heeft;
2° als de uitbater niet meer voldoet aan de voorwaarden inzake moraliteit, beroepskwalificatie of solvabiliteit;
3° als de uitbater de wetgeving geldend in het kader van zijn beroepsactiviteit niet in acht neemt.
§ 3. De Regering legt de procedure vast voor de indiening en de behandeling van de verlengingsaanvragen, de vorm van de vergunningen en de inhoud ervan.
Art. 23. § 1. De vergunning kan slechts afgeleverd worden aan een natuurlijke- of rechtspersoon die eigenaar is van het of van de voertuigen of die erover beschikt bij een contract van verkoop op afbetaling, een financieringshuurcontract of een huurkoopcontract.
§ 2. In afwijking van § 1 kan de houder van een vergunning wiens voertuig tijdelijk onbeschikbaar is wegens een ongeval, ernstige mechanische pech, brand of diefstal, de uitzonderlijke toelating krijgen om zijn dienst waar te nemen met een vervangingsvoertuig waarvan hij niet eigenaar is of waarover hij niet beschikt bij een contract van verkoop op afbetaling, een financieringshuurcontract of een huurkoopcontract.
Die vergunning geldt slechts voor een maximumperiode van drie maanden en kan niet verlengd worden.
De Regering legt de procedure vast voor de indiening en de behandeling van de vergunningsaanvragen, de vorm van de vergunningen en de inhoud ervan.
Art. 24. De verhuring, onder eender welke vorm, van het of van de voertuigen aan enigerlei persoon die het of de voertuigen zelf bestuurt of laat besturen is verboden.
Art. 25. De vergunning is persoonlijk, ondeelbaar en onoverdraagbaar.
Art. 26. Als de uitbater het aantal gebruikte voertuigen wil verhogen of verminderen tijdens de geldigheidsperiode van zijn vergunning kan de Regering op diens aanvraag en voor de nog overblijvende termijn tot aan het verstrijken van zijn vergunning het aantal voertuigen, opgenomen in de vergunningsakte, wijzigen.
De beslissing wordt vastgelegd volgens de procedure en de voorwaarden geldend voor de vergunningsaanvraag.
Art. 27. Bij beslissing van de Regering kan de vergunning bepaald in artikel 18 ingetrokken of opgeschort worden voor een bepaalde periode wegens één van de motieven verwoord in artikel 22, § 2.
De procedure voor de intrekking en de opschorting van de uitbatingsvergunningen wordt door de Regering nader bepaald.
Art. 28. De op grond van artikel 18 afgeleverde vergunningen mogen aanleiding geven tot het innen van een jaarlijkse en ondeelbare belasting ten laste van de natuurlijke of rechtspersoon houder van de vergunning.
Die belasting wordt door de Regering geïnd op de wijze en volgens de voorwaarden die zij bepaalt. Ze mag niet meer bedragen dan 250 euro. De belasting bedoeld in dit artikel is verschuldigd voor het hele jaar, los van het ogenblik waarop de vergunning is afgeleverd. Ze is verschuldigd op 1 januari van het kalenderjaar of op het ogenblik van de afgifte van de vergunning.
De vermindering van het aantal voertuigen geeft niet aanleiding tot een terugbetaling van de belasting. Dat geldt eveneens voor de opschorting of de intrekking van een vergunning of voor de buitenwerkingstelling van één of meerdere voertuigen om welke reden ook.
Het indienen van een klacht heft de invorderbaarheid van de belasting niet op.
Bovenbedoeld maximumbedrag kan door de Waalse Regering aangepast worden aan de schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen.
Afdeling 2. - Het stationeren
Art. 29. Elke uitbater die van de Regering de toelating krijgt om een dienst van verhuur van wagens met chauffeur uit te baten, mag zijn voertuigen die niet in bedrijf zijn slechts stationeren op welke standplaatsen die niet op de openbare weg gelegen zijn en die zich bevinden binnen in een gebouw of een garage waarvan de uitbater van de dienst eigenaar is of waarover hij beschikt en die de bedrijfszetel van de onderneming uitmaakt.
HOOFDSTUK IV. - Bepalingen betreffende de collectieve taxidiensten
Art. 30. Niemand mag zonder toelating van de Regering een collectieve taxidienst met één of meerdere voertuigen uitbaten op het grondgebied van het Waalse Gewest.
Art. 31. § 1. De voorwaarden voor de uitbating van de collectieve taxidiensten worden door de Regering bepaald. Daarin wordt minstens de toepassing van volgende voorwaarden vastgelegd :
1° de uitbater moet zijn burgerlijke aansprakelijkheid dekken tegen de schade veroorzaakt aan de vervoerde personen of aan derden bij het uitoefenen van zijn dienst, door een contract aan te gaan bij een verzekeringsmaatschappij met inachtneming van de bepalingen van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
2° elke prestatie wordt opgenomen in een register dat gehouden wordt op de bedrijfszetel en waarin de datum en het uur van de bestelling, evenals de gebruikte tarieven worden opgenomen.
Dat register mag gehouden worden in een elektronisch bestand;
3° het voertuig moet een dagelijks ritblad aan boord hebben waarop alle gegevens opgenomen worden in verband met de verplaatsingen van het voertuig;
4° het voertuig mag op de openbare weg of op een voor het publiek toegankelijke privé-weg noch rijden noch stationeren als het niet in bedrijf is;
5° het voertuig moet uitgerust zijn met een kenteken aangebracht vooraan en achteraan;
6° het voertuig moet aan een periodieke controle onderworpen worden zodat kan worden nagegaan of hij alle uitbatingsvoorwaarden verder vervult.
7° de collectieve taxidiensten kunnen in samenwerking met de maatschappijen voor openbaar vervoer de openbare vervoerdiensten versterken.
§ 2. De vergunning voor de uitbating van een collectieve taxidienst wordt door de Regering verstrekt.
Zij stelt de procedure vast voor de indiening en de behandeling van de vergunningsaanvragen en de daarbij te voegen bijlagen en stelt de vorm vast van de vergunningen en van de inhoud ervan.
Zij kan slechts één enkele vergunning per uitbater verstrekken. De vergunning vermeldt en bepaalt het aantal wagens waarvoor zij is afgeleverd.
Art. 32. De bepalingen van de artikelen 19 tot 29 van dit decreet gelden voor de collectieve taxidiensten, artikel 19, § 1, 7° uitgezonderd.
HOOFDSTUK V. - Bepalingen betreffende de vervoersdiensten van algemeen belang
Art. 33. Niemand mag, zonder er voorafgaandelijk aangifte van te hebben gedaan aan de Regering, een vervoersdienst van algemeen belang in het Waalse Gewest uitbaten.
De Regering stelt de vorm van de aangiften en de inhoud ervan vast.
Art. 34. De voorwaarden voor de uitbating van de vervoersdiensten van algemeen belang worden door de Regering bepaald.
HOOFDSTUK VI. - Dubbel gebruik
Art. 35. De uitbater van een taxidienst die over een vergunning beschikt overeenkomstig artikel 3 mag een taxi gebruiken voor de uitbating van een dienst van verhuur van wagens met chauffeur of een collectieve taxidienst mits de vergunning van de Regering en inachtneming van de desbetreffende voorwaarden.
In afwijking van artikel 19, § 1, 9°, mag een taxi gebruikt voor de uitbating van een dienst van verhuur van wagens met chauffeur een taximeter en de mobiele radiotelefonie behouden, evenals de kentekens binnen in de taxi.
HOOFDSTUK VII. - Bepalingen betreffende de milieuvriendelijkere wagens en de wagens die de integratie van personen met een verminderde beweeglijkheid bevorderen
Art. 36. De belastingen bedoeld in de artikelen 16 en 28 van dit decreet worden binnen de perken en onder de voorwaarden bepaald door de Regering verminderd voor :
- de voertuigen die biobrandstoffen gebruiken zoals omschreven in Richtlijn 2003/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 mei 2003 ter bevordering van het gebruik van biobrandstoffen of andere hernieuwbare brandstoffen in het vervoer;
- voertuigen met een lagere uitstoot dan 115 gram CO2 per kilometer.
Er wordt binnen de perken en onder de voorwaarden, bepaald door de Regering, en binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten, een premie toegekend voor de aankoop van hybriede voertuigen gebruikt voor de diensten bedoeld in artikel 1, lid 1, 1° tot 3°, van dit decreet.
Art. 37. De belastingen bedoeld in de artikelen 16 en 28 van dit decreet worden binnen de perken en onder de voorwaarden bepaald door de Regering verminderd voor de voertuigen die aangepast zijn voor het vervoer van personen met een verminderde beweeglijkheid.
HOOFDSTUK VIII. - Toezicht en sancties
Art. 38. § 1. Zij die zonder vergunning een taxidienst, een dienst van verhuur van wagens met chauffeur of een collectieve taxidienst uitbaten worden gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en een geldboete van 10 euro tot 250 euro of met slechts één van die straffen.
Elke persoon die een voertuig vallend onder de bepalingen van dit decreet en diens uitvoeringsbepalingen het uitzicht gegeven heeft van een taxi, een huurwagen met chauffeur of een collectieve taxi terwijl er voor dat voertuig respectievelijk geen uitbatingsvergunning voor een taxidienst, een dienst van verhuur van wagens met chauffeur of een collectieve taxidienst is verstrekt, wordt gestraft met dezelfde straffen.
De rechter mag het (de) voertuig(en) waarmee de overtreding is gepleegd verbeurd verklaren. Als het voertuig het bezit is van een andere persoon dan de veroordeelde, wordt de verbeurdverklaring enkel uitgesproken nadat de eigenaar van het goed gedagvaard is en de kans heeft gekregen om zijn verweermiddelen te gelde te maken.
§ 2. Zij die een andere overtreding op dit decreet plegen of op de andere voorwaarden van de uitbatingsvergunning dan die bedoeld in artikel 39 worden gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en een geldboete van 1 euro tot 250 euro of met slechts één van die straffen.
§ 1, lid 3, van dit artikel is eveneens van toepassing op die overtredingen.
§ 3. De bepalingen van Boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op die overtredingen.
Art. 39. § 1. Er kunnen door de daartoe door de Regering gemachtigde ambtenaar administratieve geldboetes opgelegd worden voor elke overtreding van artikel 19, § 1, 2° tot 10°, en van artikel 31, 2° tot 6°, en van artikel 34, evenals van de uitvoeringsbesluiten van dit decreet.
De Regering bepaalt het bedrag van de administratieve geldboetes, evenals de termijn en de regels voor de betaling ervan. Ze mogen niet meer bedragen dan 500 euro.
§ 2. De overtreder wordt op de door de Regering bepaalde wijze ingelicht over de administratieve sanctie die hij kan oplopen. De Regering bepaalt eveneens de procedure die toegepast wordt om de overtreder in de mogelijkheid te stellen om zijn opmerkingen te laten gelden bij verhoor, de regels voor de kennisgeving van de beslissing om de geldboete op te leggen en de betaalwijze.
§ 3. De overtreder beschikt over het recht om in beroep te gaan tegen de beslissing om de geldboete op te leggen. Dat beroep wordt op straffe van uitsluiting ingediend binnen de maand na kennisgeving van de beslissing om de geldboete op te leggen, via een verzoekschrift voor de politierechtbank volgens de burgerrechtelijke procedure.
Het beroep voor de politierechtbank is een voorziening met volle rechtsmacht. Het is opschortend. Tegen het vonnis van de rechtbank is geen hoger beroep mogelijk.
§ 4. Wordt de administratieve geldboete niet betaald binnen de door de Regering bepaalde termijn, kan de geldboete bij dwangschrift worden geïnd. Het dwangschrift wordt van een visum voorzien en uitvoerbaar verklaard door de leden van het personeel van de bedrijfszetel daartoe aangewezen door de Regering, die eveneens de procedure bepaalt voor de kennisgeving binnen de geldende termijnen. Het dwangschrift valt onder de bepalingen vervat in het vijfde deel van het Gerechtelijk Wetboek in verband met het bewarend beslag en de middelen van tenuitvoerlegging. De betaling van de geldboete doet de strafvordering vervallen.
HOOFDSTUK IX. - Opheffings, overgangs- en slotbepalingen
Afdeling 1. - Opheffingsbepalingen
Art. 40. Opgeheven worden :
1° de wet van 27 december 1974 betreffende de taxidiensten;
2° het koninklijk besluit van 19 maart 1975 betreffende de diensten voor de verhuur van wagens met chauffeur.
Afdeling 2. - Overgangsbepalingen
Art. 41. De houders van uitbatingsvergunningen voor een taxidienst, afgeleverd onder de gelding van de wet van 27 december 1974 betreffende de taxidiensten worden gemachtigd hun vergunning af te staan overeenkomstig artikel 7 van die wet binnen een termijn van één jaar te rekenen van de inwerkingtreding van dit decreet.
Art. 42. De natuurlijke of rechtspersonen die daadwerkelijk een dienst van verhuur van wagens met chauffeur uitbaten op de dag van inwerkingtreding van dit decreet worden ertoe gehouden de uitbatingsvergunning aan te vragen binnen de zes maanden na inwerkingtreding van dit decreet.
Wordt de aanvraag niet ingediend binnen de termijn bepaald in lid 1, wordt de uitbater geacht een dienst van verhuur van wagens met chauffeur zonder vergunning uit te baten.
Art. 43. De natuurlijke of rechtspersonen die daadwerkelijk een collectieve taxidienst uitbaten op de dag van inwerkingtreding van dit decreet worden ertoe gehouden de uitbatingsvergunning aan te vragen binnen de zes maanden na inwerkingtreding van dit decreet.
Wordt de aanvraag niet ingediend binnen de termijn bepaald in lid 1,wordt de uitbater geacht een collectieve taxidienst zonder vergunning uit te baten.
Art. 44. De natuurlijke of rechtspersonen die daadwerkelijk een vervoersdienst van algemeen belang uitbaten op de dag van inwerkingtreding van dit decreet worden ertoe gehouden er aangifte van bij de Regering te doen binnen de zes maanden na inwerkingtreding van dit decreet.
Wordt de aanvraag niet ingediend binnen de vastgestelde termijn,wordt de uitbater geacht bezoldigd personenvervoer in de zin van artikel 1, 1° tot 3°, uit te oefenen.
Afdeling 3. - Slotbepaling
Art. 45. Dit decreet treedt in werking op de dag bepaald door de Regering.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Namen, 18 oktober 2007.
De Minister-President,
R. DEMOTTE
De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling,
A. ANTOINE
De Minister van Begroting, Financiën, Uitrusting en Patrimonium,
M. DAERDEN
De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken,
Ph. COURARD
De Minister van Economie, Tewerkstelling en Buitenlandse Handel,
J.-C. MARCOURT
De Minister van Onderzoek, Nieuwe Technologieën en Buitenlandse Betrekkingen,
Mevr. M.-D. SIMONET
De Minister van Vorming,
M. TARABELLA
De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen,
P. MAGNETTE
De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme,
B. LUTGEN
_______
Nota
(1) Zitting 2006-2007.
Stukken van het Waals Parlement 640 (2006-2007), nrs. 1 en 2.
Volledig verslag, openbare vergadering van 17 oktober 2007.
Bespreking - Stemmingen.