Verkeersbelasting
Vanaf 1 januari 2011 staat de Vlaamse overheid via het Agentschap Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) in voor de inning van de verkeersbelastingen in Vlaanderen. De verkeersbelasting, de belasting op de inverkeerstelling en het eurovignet worden vanaf dan in het Vlaamse Gewest niet langer geïnd door de federale overheidsdienst (FOD) Financiën.
De vrijstelling van betaling van de verkeersbelasting voor taxi’s en verhuur van voertuigen met bestuurder (VVB), zoals hieronder vermeld staat, blijft van toepassing in Vlaanderen ook na 1/1/2011.
Wetboek van de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen.
Hoofdstuk II Vrijstellingen
Artikel 5
§ 1 Met uitzondering van de motorvoertuigen en van de samengestelde voertuigen gebruikt voor het vervoer van goederen over de weg, met een maximaal toegelaten massa van minstens 12 ton, zijn van de belasting vrijgesteld:
1° de voertuigen uitsluitend gebruikt voor een openbare dienst van de Staat, de gemeenschappen, de Gewesten, de provincies, de agglomeraties of de gemeenten;
2° de voertuigen uitsluitend gebruikt voor gemeenschappelijk vervoer van personen krachtens: a) een machtiging afgeleverd met het oog op het exploiteren van openbare autobusdiensten of van bijzondere autobusdiensten, ter uitvoering van de besluitwet van 30 december 1946 houdende herziening en coördinatie van de wetgeving betreffende het bezoldigd vervoer van personen door middel van autovoertuigen;
b) een machtiging afgeleverd ter uitvoering van de wet van 29 augustus 1931, waarbij de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen en de concessiehouders van tramweglijnen toelating krijgen om autobusdiensten tot stand te brengen, met het doel de exploitatievoorwaarden van hun spoorlijnen te verbeteren;
c) een concessie van de openbare machten;
3° de ziekenauto's en de voertuigen als persoonlijk vervoermiddel gebruikt door grootoorlogsinvaliden of door gebrekkigen;
4° de voertuigen uitsluitend op proef gebruikt door de fabrikanten of handelaars of door hun bedienden;
5° de vaartuigen en bootjes;
6° a) de eigenlijke tractoren, de voertuigen-werktuigmachines die speciaal zijn ontworpen voor de landbouw, en de aanhangwagens, wanneer die voertuigen uitsluitend worden gebruikt om landbouwarbeid te verrichten, zelfs indien ze het personeel, de voorwerpen of de produkten vervoeren die daarvoor onmisbaar zijn en om de voortbrengselen van de uitvoering van die arbeid te vervoeren naar om het even welke plaats van de onderneming van de landbouwer voor wiens rekening de werken werden uitgevoerd.
Voor zover hij er eigenaar van is of er het bestendig of gewoonlijk gebruik van heeft, mag de landbouwer eveneens, met vrijstelling van belasting, deze voertuigen gebruiken voor het vervoer van vee, waren of goederen, welke voortkomen van zijn landbouwbedrijf of ervoor zijn bestemd, zomede van brandhout bestemd voor eigen verbruik. Dit geldt ook wanneer deze voertuigen toebehoren aan een van de leden van een groep landbouwers die, zij het tijdelijk, in gemeenschap werken, en waarmede vee, waren of goederen worden vervoerd die voortkomen van het bedrijf van een van hen of ervoor zijn bestemd.
De vrachtauto's, lichte vrachtauto's en de auto's voor dubbel gebruik die door de landbouwer voor eigen rekening worden aangewend binnen de perken en onder de voorwaarden gesteld bij de vorige twee leden zijn eveneens vrijgesteld, voor zover de landbouwer, sedert een datum vóór 1 juli 1965, eigenaar is van die voertuigen of er het bestendig of gewoonlijk gebruik van heeft;
b) de tractoren en aanhangwagens die aan de ondernemingen van vlasroting en vlaszwingeling toebehoren en die uitsluitend voor de noodwendigheden van de onderneming van de eigenaar binnen een straal van ten hoogste tien kilometer worden gebruikt, hetzij om het vlas naar de installaties van deze ondernemingen te brengen, hetzij om het vlas tijdens de roting- en zwingelverrichtingen te vervoeren, met inbegrip van het vervoer van het gezwingeld vlas naar de plaats van levering.
De Minister van Financiën schrijft alle controlemaatregelen voor die hij nuttig acht;
7° de bromfietsen en de motorfietsen voorzien van een motor met een cilinderinhoud van maximum 250 kubieke centimeter.
De Minister van Financiën schrijft alle controlemaatregelen voor die hij nuttig acht;
8° de autovoertuigen die uitsluitend aangewend worden, hetzij tot een taxidienst, hetzij tot verhuring met bestuurder;
9° de autovoertuigen gebruikt door een Belgische verblijfhouder en ter zijner beschikking gesteld door zijn in het buitenland gevestigde werkgever en die er zijn ingeschreven.
10° de motorvoertuigen en de samengestelde voertuigen uitsluitend bestemd voor het goederenvervoer over de weg die slechts af en toe op de openbare weg in België rijden en die worden gebruikt door natuurlijke of rechtspersonen die het goederenvervoer niet als hoofdactiviteit hebben, mits het vervoer door deze motorvoertuigen en de samengestelde voertuigen niet leidt tot concurrentievervalsing.
De Koning kan de voorwaarden en de toepassingsmodaliteiten van deze paragraaf vaststellen.
§ 2 Wat betreft de motorvoertuigen en de samengestelde voertuigen gebruikt voor het vervoer van goederen over de weg met een maximaal toegelaten massa van minstens 12 ton, zijn van de belasting vrijgesteld:
1° de motorvoertuigen en de samengestelde voertuigen uitsluitend bestemd voor de landsverdediging, voor de diensten van de burgerbescherming en de rampeninterventie, voor de brandweerdiensten en andere hulpdiensten, voor de diensten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de openbare orde en voor de diensten voor onderhoud en beheer van de wegen en die als zodanig geïdentificeerd zijn;
2° de motorvoertuigen en de samengestelde voertuigen die slechts af en toe op de openbare weg in België rijden en die worden gebruikt door natuurlijke of rechtspersonen die het goederenvervoer niet als hoofdactiviteit hebben, mits het vervoer door deze motorvoertuigen en de samengestelde voertuigen niet leidt tot concurrentievervalsing.
--------------------
Art. 5 : gewijzigd bij art. 2 t/m 4, Wet 08.04.2002 ([B.S. 12.04.2002]in werking vanaf 01.01.2001) en
bekrachtigd door art. 71, D 20.12.2002 (B.S. 31.12.2002), met ingang van 01.01.2002.
Publicatie : 2007-03-01
Circulaire n° IR/IV-4/50.809 (AINV 1/2007) gestuurd aan alle ambtenaren van de invordering (sector DB) en de taxatie door de Minister van Financiën.
Deze circulaire stelt dat om de vrijstelling van de verkeersbelasting te verlenen op basis van artikel 5, §1, 8°, WGB, de autovoertuigen die aangewend worden tot verhuring met bestuurder voortaan niet meer aan de bijkomende voorwaarde van uitsluitende aanwending voor plechtigheden moeten voldoen.