GTL-TAXI
Nationale Groepering van Ondernemingen met Taxi- en Locatievoertuigen met chauffeur

Decreet tot compensatie vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit

Publicatie : 2013-01-17

 

VLAAMSE OVERHEID

21 DECEMBER 2012. - Decreet tot compensatie van de openbaredienstverplichting tot het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit (1)

Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Decreet tot compensatie van de openbaredienstverplichting tot het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit.

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2. In dit decreet wordt verstaan onder :

1° personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit : alle personen van wie de mobiliteit bij het gebruik van vervoer ernstig beperkt is, waarvoor het geregeld vervoer geen adequaat alternatief biedt en van wie de situatie vereist dat ze passende aandacht krijgen;

2° vervoerder : een organisatie die met toepassing van artikel 5, tweede lid, belast is met
het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit.
De Vlaamse Regering kan de personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit nader omschrijven.

Art. 3. Dit decreet is niet van toepassing op het zieken-, collectieve leerlingen- en collectieve werknemersvervoer, op het vervoer dat georganiseerd wordt door de ziekenfondsen, en op het vervoer dat terugbetaald wordt door het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, vermeld in artikel 6 van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.

 

Art. 4. Als blijkt dat het geregeld vervoer geschikt is voor de verplaatsing van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit, wordt het in dit decreet bedoelde vervoer van die personen niet gecompenseerd.
De Vlaamse Regering kan nader bepalen welke categorieën van vervoer kunnen worden gecompenseerd.

Art. 5. De Vlaamse Regering stelt een lijst op met vervoerders die belast worden met het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit volgens een procedure die door haar wordt bepaald.
Voor de vervoerders, vermeld in het eerste lid, vormt het permanent beschikbaar vervoer op kwalitatief hoogstaande wijze, tegen kostprijs, van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit een openbaredienstverplichting.

Art. 6. Binnen de door het Vlaams Parlement goedgekeurde kredieten en onder de voorwaarden vermeld in dit decreet, compenseert de Vlaamse Regering de openbaredienstverplichting, vermeld in artikel 5.

De Vlaamse Regering bepaalt het maximale bedrag van de compensatie, vermeld in het
eerste lid, van openbaredienstverplichting, op basis van de volgende parameters :

1° de compensatie is niet hoger dan nodig om de kosten van de uitvoering van de openbaredienstverplichting, vermeld in artikel 5, geheel of gedeeltelijk te dekken, rekening houdend met de opbrengsten;

2° de maximale compensatie wordt vastgesteld op basis van de kosten die een gemiddelde, goed beheerde onderneming die voldoende met vervoermiddelen is uitgerust, zou hebben gemaakt.
De Vlaamse Regering zal bij het bepalen van het bedrag van de compensatie als vermeld in het tweede lid, vermijden dat de compensatie een economisch voordeel bevat waardoor de gecompenseerde ondernemingen ten opzichte van concurrerende ondernemingen kunnen worden bevoordeeld.

De compensatie, vermeld in het eerste lid, kan bestaan uit een variabel en een vast gedeelte, namelijk:

1° een variabel gedeelte voor de gereden kilometers met de persoon met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit;

2° een vast gedeelte voor :

a) de begeleiding bij het op- en afhalen van de persoon met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit;
b) de hard- en software om de uit te voeren ritten te optimaliseren;
c) de bemanning van de centrale.


Art. 7. § 1. De Vlaamse Regering kan voor de gebruikte voertuigen criteria voor de technische eisen, de veiligheid, de toegankelijkheid, het comfort en de herkenningskenmerken bepalen.

§ 2. De compensatie, vermeld in artikel 6, wordt alleen uitbetaald als de vervoerder voorkomt op de lijst, vermeld in artikel 5, tweede lid, en voldoet aan de volgende voorwaarden :

1° de dienstverlening wordt georganiseerd van gang tot gang;
2° de dienstverlening die in aanmerking komt voor compensatie, is beperkt tot het ophalen, de verplaatsing en het afzetten op de bestemming;
3° in geval van multimodaal vervoer zorgt de vervoerder voor de optimale aansluiting tussen de verschillende vervoermodi;
4° verschillende personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit kunnen worden gegroepeerd als ze dezelfde richting uitgaan;
5° de centrale, die niet noodzakelijk door de vervoerder georganiseerd wordt, is elke werkdag bereikbaar;
6° de dienstverlening wordt elke kalenderdag verzekerd;
7° aan de bestuurders wordt een opleiding gegeven om de personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit veilig en vlot te vervoeren;
8° de bestuurders en het personeel van de centrale beschikken over een functionele kennis van het Nederlands.

De Vlaamse Regering kan de voorwaarden voor de vervoerder en de dienstverlening nader omschrijven, met het oog op een zo efficiënt mogelijke dienstverlening.

Art. 8. De Vlaamse Regering stelt de minima en de maxima vast voor het instapgeld en de kilometerprijs voor de ritten die de gecompenseerde vervoerder aan de persoon met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit mag aanrekenen.

De persoon met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit betaalt alleen de afstand van het vertrekpunt tot de bestemming, berekend met een routeplanner volgens de snelste route.
De Vlaamse Regering kan vervoersgebieden vaststellen en de maximumafstand van een rit bepalen die voor compensatie in aanmerking komt.
De vervoerders belast met de openbaredienstverplichting, vermeld in artikel 5, nemen deel aan een overleg waarvan minstens ook vertegenwoordigers van de compenserende overheid en gebruikers deel uitmaken. Het overlegorgaan vormt het aanspreekpunt voor overheden en derden. Het orgaan heeft tot doel de dienstverlening van de vervoerders te optimaliseren, het vervoer af te stemmen op andere vervoersmodi en het behandelen van klachten van de gebruikers. De Vlaamse Regering kan de deelnemers, de inhoud en de voorwaarden van het overleg nader bepalen.

Art. 9. De compensatie, vermeld in artikel 6, wordt uitbetaald na de goedkeuring van de aanvraag van de compensatie op basis van informatie over :

1° de aanvrager;
2° de dienstverlening;
3° de ingezette voertuigen : alle documenten waaruit blijkt dat de ingezette voertuigen voldoen aan de technische, veiligheids-, toegankelijkheids- en comfortvereisten;
4° de uitgevoerde ritten;
5° de boekhoudkundige documenten waaruit blijkt dat aan de voorwaarde van artikel 10, eerste lid, is voldaan.

Als de gecompenseerde vervoerder naast de openbaredienstverplichting andere activiteiten dan die, vermeld in artikel 5, verricht, worden in de interne boekhouding de kosten en inkomsten die met het vervoer, vermeld in artikel 5, verband houden, en die van de andere diensten, alsook de parameters voor de toekenning van die kosten en inkomsten, gescheiden opgenomen.

De Vlaamse Regering kan, nadat ze de aanvraag ontvangen heeft, alle gegevens over de ritten opvragen bij de vervoerder.
De Vlaamse Regering bepaalt de verdere voorwaarden voor de aanvraag en de uitbetaling van de compensatie, vermeld in artikel 6.

Art. 10. De gecompenseerde vervoerder moet de compensatie, vermeld in artikel 6, daadwerkelijk gebruiken voor het beheer van de dienst voor het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit.

De Vlaamse Regering vordert de compensatie, vermeld in artikel 6, geheel of gedeeltelijk terug als blijkt dat de vervoerder overgecompenseerd is voor de door hem verrichte openbaredienstverplichting als vermeld in artikel 5.

De gecompenseerde vervoerder houdt gedurende ten minste tien jaar alle gegevens bij die noodzakelijk zijn om vast te stellen dat er geen overcompensatie is.

Art. 11. Elk jaar bezorgt elke gecompenseerde vervoerder aan de Vlaamse Regering exploitatiestatistieken met de volgende gegevens over het afgelopen kalenderjaar :

1° afgelegde kilometers met een klant;
2° aantal ritten;
3° aantal aanvragen;
4° aantal uitgevoerde aanvragen;
5° aantal afgezegde of geweigerde ritten, alsook de motieven op grond waarvan de ritten werden geweigerd;
6° aantal klachten.
De Vlaamse Regering kan aanvullende statistische gegevens bepalen die de vervoerder aan de Vlaamse Regering moet bezorgen.
Art. 12. De gecompenseerde vervoerder vermeldt bij elke mededeling, informatie of publicatie dat het vervoer door de Vlaamse overheid wordt gecompenseerd.
 

HOOFDSTUK 2. - Slotbepalingen

Art. 13. De Vlaamse Regering evalueert iedere drie jaar de uitvoering van dit decreet.

Art. 14. Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2013.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 21 december 2012.

De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken,
H. CREVITS


 

 

 

Top